Een paar maanden geleden pakte ik een hobby van jaren weer op: een aantal keer per week zwem ik baantjes in het plaatselijke zwembad. Ik merk dat het steeds soepeler gaat, sneller, meer banen en dat het minder energie kost en meer oplevert. Tijd om eens wat techniek te verbeteren. Ik volg op Instagram een aantal Russische zwemmers die met mooie ‘zo moet het wel/ zo moet het niet’ beelden laten zien hoe je kunt werken aan je techniek. In het zwembad zwemmen ook regelmatig wat mooie voorbeelden bij wie ik de kunst afkijk, met de filmpjes in mijn achterhoofd.
Er is nogal wat te verbeteren aan mijn techniek constateer ik.
Een aantal weken geleden dook ik het water in, vastbesloten dat te gaan doen. Ik probeerde mijn ademhaling aan te passen. Langer te blijven drijven na een slag, links en rechts adem te halen en mijn beenslag te verbeteren, mijn armen anders te gebruiken tijdens de crawl…. Je raadt het al…. Dat werd niets! Ik had het zelf gelukkig snel in de gaten: zoveel dingen tegelijk leren is niet mogelijk. Zeker niet als je al jaren een bepaalde techniek gebruikt. Mijn oplossing was in eerste instantie: 10 banen het een, dan 10 banen het ander. Dat werkte een beetje. Tot ik 2 weken geleden besloot mij dan toch eerst maar eens te focussen op het langer blijven drijven in/ na een slag. En warempel, dat doe ik nu echt beter dan eerst! En merk dat het zwemmen minder vermoeiend is en ik harder ga.
Vanmorgen dacht ik ineens: laat ik het links en rechts ademhalen weer eens proberen. De vorige keer dat ik dat probeerde werd links echt helemaal niets. Ik verslikte mij, raakte achter adem, tot een paniekgevoel aan toe. Eigenlijk had ik al bedacht dat dit niets voor mij was. Ik blijf het maar doen zoals ik altijd deed was mijn idee. Tot vanochtend. Ineens voelde het een goed idee het weer eens te proberen. Ik verslikte mij niet meteen en kon afwisselend links en rechts ademen. Ondertussen merkte ik heel goed wat werkte en wat niet.
Technisch helpt het om het langer drijven wat ik de afgelopen weken oefende, vooral vol te houden. Gestapelde kennis en vaardigheid zeg maar. Zolang ik gefocust blijf op het ritme en de techniek gaat het goed. Wanneer mijn hoofd afgeleid is of er om mij heen iets afleidends gebeurt, lukt het niet en verslik ik mij.
Ook helpt het om vooral niet te streng voor mijzelf te zijn: het lukt niet elke keer. Soms kom ik toch adem te kort, krijg water binnen, heb ik het ritme niet. Moet af en toe bijhappen aan de andere kant. Maar zolang ik mij bewust ben van het feit dat ik lerend ben, is dat helemaal niet erg en helpt het vooral trots te zijn op wat lukt.
Wat een leuke bijkomstigheid is, is dat ik uitzie naar de volgende keer zwemmen. Ik heb er gewoon zin in om verder te oefenen. En dat komt weer super goed uit nu ik mijzelf, naar voorbeeld van een Zweeds bedrijf, elk uur sporten uitbetaal met 12 uur vrije tijd! Hoe meer ik sport, des te fitter ik mij voel en hoe meer vrije tijd het mij oplevert. Win-Win.
Ik ben onderwijskundige in hart en nieren, dus het is een natuur van mij om dit soort ervaringen meteen te vertalen naar leren, naar onderwijs. Wat voor elementen zitten nou in deze ervaring die bijdragen tot leren?
- Ik ben zelf gemotiveerd
- Ik bepaal zelf wat ik leer
- Ik krijg instructie over wat ik leren wil
- Ik hou focus op wat ik leer
- Ik neem de tijd voor het leren van een ding tegelijk
- Ik evalueer en stel bij
- Ik vier mijn successen
Wat heb je hier als leerkracht nou aan?
- Stapsgewijs leren: Probeer niet te veel vaardigheden tegelijk aan te leren. Focus op één aspect tegelijk, zoals ik deed met het langer drijven na een slag. Dit geeft leerlingen de kans om zich te concentreren en succeservaringen op te doen.
- Bouw voort op eerdere kennis: Merk op hoe ik eerst één vaardigheid beheerste voordat ik overging naar de volgende. In de klas kunnen we ook voortbouwen op wat leerlingen al weten, voordat we nieuwe concepten introduceren.
- Leerbereidheid herkennen: Soms zijn leerlingen nog niet klaar voor bepaalde leerstof. De ik merkte dat ik op een gegeven moment ‘er aan toe was’ om een nieuwe techniek te leren. Wees alert op deze momenten bij je leerlingen.
- Belang van focus: Afleidingen kunnen het leerproces verstoren. Creëer een leeromgeving die concentratie bevordert.
- Positieve benadering: Wees niet te streng voor leerlingen (of jezelf). Fouten maken hoort bij het leerproces. Moedig leerlingen aan om door te zetten en van hun fouten te leren.
- Motivatie door succes: Kleine successen motiveren tot verder leren. Vier de vooruitgang van je leerlingen, hoe klein ook.
- Leren door observatie: De schrijver leerde door naar anderen te kijken. Gebruik rolmodellen en demonstraties in je lessen.
- Persoonlijke relevantie: Ik was gemotiveerd omdat ik iets wilde leren dat voor mij belangrijk was. Probeer de lesstof te koppelen aan de interesses en doelen van je leerlingen.
Door deze principes toe te passen in de lessen, kunnen we een leeromgeving creëren die effectief, motiverend en plezierig is voor leerlingen. Laten we onszelf blijven uitdagen om te groeien als leerkrachten, net zoals ik mijzelf uitdaag(de) in het zwembad.
Wat hier inzit is de leerbereidheid. In de literatuur is er veel onenigheid over het ‘toe zijn’ aan iets leren versus het iets aanleren op een moment waarop veel mensen/ kinderen dit leren. In mijn werk zit ik vaak op dat laatste spoor. In het onderwijs is het lastig om alle leerlingen een aanbod te doen als ze er aan toe zijn. Tenminste zoals we het Nederlandse onderwijs nu vorm hebben gegeven…..
Het is de moeite van overdenking waard. Doen we nog steeds de goede dingen in ons onderwijs?